Zorg en welzijn

bedragen x € 1 miljoen

We geven € 3,5 miljoen meer uit aan de jeugdhulp en jeugdbescherming

D e kosten voor de jeugdhulp zonder verblijf zijn € 1,4 miljoen hoger dan begroot . Dit is een stijging van 6% ten opzichte van vorig jaar. De zorgkosten zijn voor 3% door de prijsstijgingen gestegen en voor 3% door groei van het zorggebruik. In eerdere jaren was deze groei hoger.
De kosten voor de jeugdhulp met verblijf zijn 1,2 miljoen hoger dan begroot . Dit komt met name door het nieuwe woonplaatsbeginsel. Dit houdt in dat de regels die bepalen welke gemeente verantwoordelijk is voor de zorg en kosten van een jeugdigen zijn veranderd per 2022. De gemeente Almere is hierdoor verantwoordelijk geworden voor meer jeugdigen. Deze kosten zijn € 0,9 miljoen hoger dan begroot.
Daarnaast is er overeenstemming gekomen met het samenwerkingsverband over de claim risicodossier 2021 en 2022 welke € 0,2 miljoen hoger is uitgevallen dan begroot. Deze claim ging over de hoogte van het lumpsum bedrag dat het samenwerkingsverband van jeugdhulpaanbieders had gekregen om de jeugdhulp met verblijf uit te voeren in Flevoland.
Ten slotte zijn ook de uitvoeringskosten van de Aankoopcentrale € 0,2 miljoen hoger. Dit komt vooral door extra kosten die gemaakt zijn voor het samen met Triade Vitree werken aan een herstelplan.
De kosten van de LTA zijn € 0,5 miljoen hoge r. Het gaat om dure zorgvormen en de zorg wordt landelijk ingekocht. Hierop hebben wij geen invloed. De kosten voor de jeugdbescherming zijn € 0,3 miljoen hoger . Dit komt vooral door een toename van het aa ntal eerstejaars ondertoezichtstellingen door het wegwerken van wachtlijsten.

We geven € 1 miljoen meer uit aan de Wmo

De ondersteuningsarrangementen zijn € 0,5 miljoen duurder. Dit komt omdat er voor € 0,35 miljoen meer zorg is geleverd. Ook zijn de inkomsten uit eigen bijdragen € 0,15 miljoen lager. Dit komt omdat er in de maanden januari en februari minder eigen bijdragen zijn ontvangen door coronamaatregelen van het Rijk.
De kosten voor de Wmo hulpmiddelen zijn ook € 0,35 miljoen hoger. Dit komt vooral doordat er meer gebruik is gemaakt van persoonsgebonden budget voor vooral scootmobielen. Ook zijn er meer vergoedingen voor verhuiskosten uitgekeerd, houden we nog rekening met meerkosten door corona en zijn de personeelskosten hoger.

We geven € 6,9 miljoen minder uit aan de opvang van Oekraïners

We hebben in Almere veel werk verzet om de huisvesting van vluchtelingen uit Oekraïne goed te regelen. We krijgen hiervoor geld van het Rijk. Met dit geld hebben we bijvoorbeeld het Alnovum omgebouwd tot een plek waar we de Oekraïners tijdelijk kunnen opvangen. Ook op andere locaties hebben we bedden gerealiseerd. Vanuit het Rijk ontvangen we per bed per dag een vast normbedrag. We verwachten dat onze kosten € 6,9 miljoen lager zijn dan deze vergoeding. Het overschot wordt in de buffer gereserveerd voor de opvang van vluchtelingen in brede zin.

We geven € 2,3 miljoen minder uit door vertraging in de uitvoering

Reden hiervoor is vooral het gebrek aan personeel en daardoor vertraging in de projecten:

• € 1,4 miljoen lagere uitgaven voor het transformatie lokale Wmo, ook door een tekort aan alternatieve opvangplekken
• € 0,2 miljoen lagere uitgaven voor de opgave wonen met zorg.
• € 0,5 miljoen lagere uitgaven voor vervanging van het back-officesysteem van het sociaal domein. Deze wordt nu begin april 2023 opgeleverd
• € 0,2 miljoen lagere uitgaven voor de aanpak van het versterken van de sociale basis en dementie

We geven € 6,4 miljoen minder uit aan de regionale Wmo, dit storten we in de reserve

Dit komt onder andere door lagere uitgaven voor het regionale transformatiefonds Wmo en lagere uitgaven voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Ook was er al een begrotingsoverschot op de regionale Wmo taken.