bedragen x € 1 miljoen
begroot | werkelijk | resultaat | |
---|---|---|---|
lasten | 169,3 | 157,4 | 11,9 |
baten | 104,8 | 109,8 | 5,0 |
totaal voor reservemutaties | 64,5 | 47,6 | 16,9 |
stortingen | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
onttrekkingen | 1,1 | 1,1 | 0,0 |
totaal | 63,4 | 46,5 | 16,9 |
We geven € 2,3 miljoen minder uit aan de energietoeslag 2022
We hebben van het Rijk een vast bedrag van € 15,8 miljoen ontvangen om de energietoeslag van € 1.300 aan minima uit te kunnen betalen. Hiervan is 13,5 miljoen uitbetaald. We houden dus € 2,3 miljoen over. Er wordt op dit moment gewerkt aan het aanvalsplan armoede. We willen het geld dat over is gebruiken voor het aanvalsplan armoede. We reserveren dit overschot daarom binnen de buffer.
We betalen de energietoeslag 2023 volledig in 2023 uit
Via het gemeentefonds hebben we hiervoor in 2022 € 6,55 miljoen ontvangen. Hiervoor zijn in 2022 dus geen kosten gemaakt, omdat het voor ons niet mogelijk was om dit geld al eerder uit te betalen. De uitbetaling wordt volledig in 2023 gedaan. De kosten schuiven dus ook door naar 2023.
We houden € 2,8 miljoen over op de ondersteuning van KOT-gedupeerden
We hebben van het Rijk de opdracht gekregen om gedupeerden van de kinderopvangtoeslag te helpen en begeleiden. De begeleiding wordt grotendeels uitgevoerd door de gemeente en de Schoor. Het Rijk betaalt ons een vast normbedrag per gelegd contact, per plan van aanpak en nazorg per gedupeerde die wij ondersteunen. Daarnaast krijgen we de kosten van directe hulp aan gedupeerden en coördinatie volledig vergoed. Er is sprake van een voordelig saldo van € 2,5 miljoen vrijwel volledig veroorzaakt door de ontvangen normbedragen die wij moeten reserveren voor te maken uitvoeringskosten in de jaren 2023 t/m 2025. Ook hebben we € 0,3 miljoen minder kwijtscheldingen van belastingen verleend aan gedupeerden an de kinderopvangtoeslagenaffaire. Het gaat om kwijtscheldingen over 2020 en 2021. De kwijtscheldingen 2020 worden door het Rijk betaald. De kwijtscheldingen 2021 betalen we zelf.
We houden € 1,2 miljoen over op de uitvoering en beleid voor schulden en armoede
We geven € 0,8 miljoen minder uit aan schuldhulpverlening. Voor 2022 werd een groei van het aantal aanvragen schuldhulp particulieren verwacht. De groei is minder groot dan verwacht. Ook bij de schuldhulpverlening voor zelfstandigen is er sprake van een onderbesteding. Vermoedelijk hebben de (gedeeltelijk) in 2022 nog doorlopende ondersteuningsmaatregelen gezorgd voor een lager gebruik.
Ook zijn de kosten voor vroegsignalering, de collectieve ziektekostenverzekering en het bestedingsplan armoede € 0,4 miljoen lager dan verwacht. Dit komt onder andere door vertraging in werkzaamheden en doordat niet alle mensen die in 2021 gebruik maakten van de collectieve ziektekostenverzekering zijn overgestapt naar de nieuwe aanbieder.
We houden € 1 miljoen over op de bijstandsverlening
In de begroting hielden we rekening met een tekort van € 1,8 miljoen op de bijstand. In werkelijkheid komen we maar € 0,8 miljoen tekort. Ten opzichte van de begroting is dit dus een voordeel van € 1 miljoen. Dit komt vooral door lagere bijstandsuitgaven. We hebben 22 klanten minder dan verwacht, de kosten zijn hierdoor € 0,3 miljoen lager Ook is het gemiddelde uitkeringsbedrag per klant lager. Hierdoor geven we € 0,6 miljoen minder uit. Verder hebben we € 0,3 miljoen extra Rijksuitkering gekregen en zijn de kosten voor de loonkostensubsidie € 0,2 miljoen hoge doordat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van dit instrument.
We geven € 1,4 miljoen minder uit op de regionale re-integratie
Dit is geld voor de hele provincie Flevoland. € 1,1 miljoen hiervan komt door vertraging van werkzaamheden en planvoorbereiding voor de coronasteunpakketten en taken van het Regionaal Werkbedrijf Flevoland. Ook hebben in december € 0,3 miljoen gekregen voor het actieprogramma dichterbij dan je denkt. Voor 2023 is er een bestedingsplan, de kosten zullen dan worden gemaakt.
We geven € 0,5 miljoen minder uit aan het opvangen van statushouders in hotels
Voor het opvangen van statushouders in hotels en de begeleiding van deze mensen krijgen we van het Rijk geld (HAR-regeling). Dit is een vast bedrag per statushouder voor maximaal 6 maanden. Wij verwachten in 2022 ruim € 0,5 miljoen over te houden. Dit komt doordat er eind 2022 er nog 70 statushouders zijn die ook in 2023 nog worden opgevangen in een hotel. Deze kosten schuiven door naar 2023. Hiervoor is in de vierde kwartaalrapportage ook budget begroot.
We hebben een voordeel van € 1,1 miljoen door andere oorzaken
Het gaat bijvoorbeeld om een voordeel van € 0,4 miljoen omdat er minder Wsw-cliënten door de Tomingroep zijn begeleid. Ook zijn de kosten voor de bijzondere bijstand en beschermingsbewind € 0,3 miljoen. Ook zijn de apparaatskosten € 0,4 miljoen lager.