Lokale heffingen

In onderstaande tabel hebben we de lasten en baten met betrekking tot de inzameling van huishoudelijk afval in beeld gebracht. Zoals die waren geraamd bij de begroting en zijn opgenomen in deze programmarekening.

Ondanks het feit dat we in 2022 per saldo minder hebben uitgegeven, is onze heffing niet kostendekkend Zoals we in de programmaverantwoording hebben toegelicht, is het voordeel behaald door de uitgestelde besluitvorming over het nieuwe inzamelsysteem en schommelingen op de inkoopmarkt van grondstoffen. Dit heeft geen (structureel) effect op de heffing. Bij de Programmabegroting 2023 hebben we de lasten en baten van de inzameling van huishoudelijk afval bijgesteld op structurele effecten.

In onderstaande tabel hebben we de lasten en baten met betrekking tot riolen en drainage in beeld gebracht. Zoals die waren geraamd bij de begroting en zijn opgenomen in deze programmarekening.

De rioolheffing is niet kostendekkend

Het afgelopen jaar hebben we iets meer uitgegeven aan onderhoud van ons rioolstelsel. En zien we dat onze uitgaven voor rioolherstelprojecten stijgen. Bij de Programmabegroting 2023 hebben besloten om onze tarieven tussen 2024 en 2026 jaarlijks te verhogen met 3,2%, vanuit het principe van kostendekkendheid.

In onderstaande tabel hebben we de lasten en baten met betrekking tot de Wabo leges in beeld gebracht. Zoals die waren geraamd bij de begroting en zijn opgenomen in deze programmarekening. De ramingen zijn nog gebaseerd op de huidige nog geldende wetgeving m.b.t. de Wabo.

Er zijn in 2022 minder aanvragen  ontvangen en afgerond dan waar in de begroting rekening mee was gehouden. Daardoor vallen de legesinkomsten lager uit. Vooralsnog heeft dit nog geen effect voor 2023 en latere jaren. Eerst in de loop van 2023 zal hier meer duidelijkheid over ontstaan én u hierover informeren bij de kwartaalrapportages.

Voorts heeft het kabinet besloten om met ingang van 1 januari 2024 de nieuwe Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in te voeren. Daardoor verandert er veel op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving. Bij de Programmabegroting 2023 hebben we u daarover geïnformeerd én ook in beeld gebracht wat de effecten daarvan zullen zijn voor het uitgangspunt van kostendekkendheid. De uitkomsten voor 2022 hebben daar vooralsnog geen effect op.

In 2022 betaalde een gemiddeld gezin € 888,08 aan woonlasten

Om u een idee te geven, hebben we dat voor een gemiddeld gezin berekend. Daarbij gaan we er vanuit dat dit gezin in een koophuis woont én onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing betaalt. In 2022 betaalde dit gezin € 888,08. Dat is € 27,48 meer dan in 2021. Per gezin zal dat natuurlijk anders uitpakken. Dat is afhankelijk van het type woning waarin dit gezin woont. Zo stegen bijvoorbeeld de woonlasten voor een gezin dat een huis huurt minder hard. Die betalen namelijk alleen afvalstoffenheffing.

Inwoners met een laag inkomen, kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Die hoeven dan de belasting niet of niet volledig te betalen. De gemeente houdt hierbij rekening met het inkomen, uitgaven en bezittingen.

Kwijtschelding kan worden aangevraagd voor:
•   onroerendezaakbelasting (OZB);
•   afvalstoffenheffing;
•   rioolheffing.
Voor de overige belastingen kan geen kwijtschelding aangevraagd worden.

In 2022 hadden we voor € 3,3 miljoen aan kwijtscheldingskosten begroot. De gerealiseerde kosten bedragen € 3,0 miljoen.