Zelfstandigen die bij een normale bank geen geld kunnen lenen, kunnen bij de overheid een lening vragen. We lenen dit geld uit om startende ondernemers een kans te geven, maar ook om bestaande ondernemers uit de financiële problemen te helpen. Deze leningen noemen we bedrijfskredieten. Bij deze zelfstandigen is het risico dat de lening niet helemaal wordt terugbetaald groter. We doen daarom altijd eerst een haalbaarheidsonderzoek of de zelfstandige in staat is om de lening te betalen. We hebben ook inkomsten. Het Rijk betaalt aan ons 25% van de leningen die wij uitgeven. Dit geld kunnen we gebruiken om leningen die niet afgelost worden alsnog te betalen. Ook moeten de zelfstandigen een hoge rente betalen. |
|---|
bedragen x € 1 miljoen
omschrijving | begroot | begroot | realisatie | realisatie | resultaat |
|---|---|---|---|---|---|
lasten | baten | lasten | baten | ||
voorziening | 0,8 | -0,7 | 0,2 | 1,7 | |
uitkeringen | 0,8 | 0,2 | -0,6 | ||
subsidieontvangst | -0,8 | -0,8 | |||
inkoop | 0,2 | 0,2 | 0,0 | ||
subsidie | 0,0 | 0,0 | |||
totaal | 1,0 | 0,8 | -0,5 | -0,3 | 0,4 |
Er wordt meer afgelost op de reguliere- en Tozo bedrijfskredieten. Hierdoor is er € 0,3 miljoen minder nodig in de voorziening voor oninbare vorderingen. Verder zijn nog diverse kleinere afwijkingen van in totaal € 0,1 miljoen.