Leningenportefeuille
Op 1 januari 2022 hadden we een vaste schuld van € 360 miljoen. Doordat er leningen aflopen of doordat we nieuwe investeringen doen moeten we regelmatig nieuwe leningen aantrekken. In 2022 hebben wij € 60 miljoen aan nieuwe leningen aangetrokken, en voor € 30 miljoen aan leningen afgelost. Per 1 januari 2023 hebben wij nog € 390 miljoen aan vaste schulden.
Treasury beleid
Gemeenten mogen niet speculeren met rente. Dit staat in de wet Financiering decentrale overheden. We willen als gemeente natuurlijk zo weinig mogelijk rente betalen, maar ook geen onnodige risico's lopen. Leningen met een korte looptijd zijn gemiddeld 1 procentpunt goedkoper dan leningen met een lange looptijd. Maar de rente van leningen met een korte looptijd kan ook snel stijgen. Daarom schrijft de wet voor dat gemeenten een mix moeten hebben van kortlopende en langlopende leningen. Hiervoor staan 2 normen in de wet:
- de kasgeldlimiet;
- de renterisiconorm.
Ook zijn er regels wat gemeenten moeten doen als ze zelf teveel geld in kas hebben. Ze mogen dit alleen aan andere overheden uitlenen of bij het Rijk onderbrengen. We noemen dat 'schatkistbankieren'. De gemeente Almere heeft per ultimo 2022 geen overschot in kas, dus wij lenen geen geld uit aan andere overheden en hebben geen geld bij het Rijk ondergebracht.
De kasgeldlimiet bedraagt € 88 miljoen
De kasgeldlimiet houdt in dat de gemeente maximaal 8,5% van het begrotingstotaal met kortlopende leningen en schulden mag financieren. Dit komt neer op een kasgeldlimiet in 2022 van circa € 88 miljoen. We mogen deze limiet maximaal 2 kwartalen op rij overschrijden. Als we ook daarna boven deze grens zitten, moeten we onze toezichthouder informeren. Dat is het college van gedeputeerde staten van Flevoland. In 2022 hebben wij 2 kwartalen op rij de kasgeldlimiet overschreden. Om deze overschrijding op te lossen hebben we €60 miljoen aan langlopende leningen afgesloten. De laatste twee kwartalen van 2022 zitten we daardoor ruim onder de kasgeldlimiet.
schulden
bedragen x € 1 miljoen
De renterisiconorm bedraagt € 207 miljoen
Deze norm houdt in dat het totaal aan verplichte aflossingen en renteherziening in een jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal mag zijn. Anders loopt de gemeente het risico dat de rentekosten sterk toenemen, als ook de rente sterk stijgt. Bij het afsluiten van nieuwe langlopende leningen houden we daar dus rekening mee. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat die niet allemaal in hetzelfde jaar afgelost moeten worden. De aflossingen bedroegen in 2022 € 30 miljoen. We zijn dus ruim onder de renterisiconorm gebleven.
De rente is in 2022 flink gestegen
Om de treasuryfunctie goed uit te kunnen oefenen is het belangrijk om een zo goed mogelijke inschatting van de renteontwikkelingen te maken. Dat is niet gemakkelijk. Of de rente gaat stijgen of dalen hangt van veel factoren af. Bijvoorbeeld van de economische groei, het begrotingssaldo van het Rijk, de inflatie, het consumentenvertrouwen, de politieke spanningen in de wereld en de rentevisie van grote banken.
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de afgelopen jaren veel geld in de economie gestoken. Hiermee wilden ze de tegenvallende voorspellingen voor economische groei en inflatie tegengaan. Dit drukte de rente naar een heel laag niveau. We hadden zelfs te maken met negatieve rente.
Afgelopen jaar heeft de ECB door de oplopende inflatie en de oorlog in Oekraïne driemaal de herfinancieringsrente verhoogd van 0,00% naar 2,00%. De rente die de ECB betaalt aan banken die geld bij hun aanhouden is eveneens verhoogd van -0,50% naar 1,50%. De verwachting is dat de ECB de herfinancieringsrente verder zal verhogen.
De rente voor kortlopende leningen is in 2022 gestegen van circa -0,50% naar 2,15%. De verwachting is dat deze in 2023 verder zal stijgen. De rente voor vaste geldleningen met een looptijd van 10 jaar is gestegen van 0,60% naar 3,30%. We verwachten dat deze rente zich in 2023 tussen de 2,50% en 4,00 % zal bewegen.